Pieter Lesage, oprichter van ontwerp- en adviesstudio Studio Dott ontwerpt producten, interieurs, diensten, branding en strategieën. Het bureau telt ondertussen negentien medewerkers.

Studio Dott is met twintig medewerkers een van de grotere bureaus binnen zijn sector in België. Omdat het zo’n grote en diverse actieradius heeft, werken er ook een heleboel uiteenlopende profielen. Sommigen werken eerder conceptueel, anderen dan weer technischer. Sommigen focussen op producten, anderen op diensten of interieur. En dan zijn er nog de medewerkers die instaan voor het management. “De essentie van ons bureau zijn mensen. We hebben niks anders. Onze kantoorruimte en computers kosten geld, maar zijn niks waard. Ik doe alle aanwervingen en evaluatiegesprekken nog persoonlijk, net omdat ik dat zo essentieel vind.”  

“We zijn momenteel bezig met een cultuuroefening. Een van de belangrijkste woorden die daar uitkomen, is ‘trots’. Dan glimlach ik breed. Da’s fantastisch.”

Bij die aanwervingen is buikgevoel voor Pieter Lesage belangrijker dan een indrukwekkend cv. “Met een goed portfolio geraak je binnen bij Studio Dott. Als het klikt tijdens ons gesprek, dan blijf je ook binnen. Het klinkt misschien cheesy, maar ik wil niet dat mensen voor ons werken. Ik wil dat ze een deel van het bedrijf worden.

Bureau Studio Dott © Ans Brys

Dat moet je als werkgever natuurlijk ook zelf waarmaken. Wij hebben bijvoorbeeld een volledig open boekhouding. Iedereen weet hoeveel zijn collega’s én ikzelf verdienen. Iedereen kiest zelf zijn uren en krijgt meteen een grote verantwoordelijkheid. Wie een project start, stelt autonoom zijn ploeg samen. Het team dat we nu hebben, is supergoed. Maar we moeten al die talenten natuurlijk wel blijven uitdagen.”

Het personeelsbeleid in de creatieve sector wordt volgens Pieter Lesage geconfronteerd met enkele grote uitdagingen. “Ik heb het gevoel dat het niet meer sexy is om een lange carrière uit te bouwen in eenzelfde bureau. Jobhoppen is de norm geworden. Maar omdat wij nog volop groeien, zoeken we mensen die blijven en samen met ons het bureau verder willen uitbouwen. Voor ze hier aan de slag gaan, toets ik dus altijd heel goed af wat hun intenties zijn. Het is bovendien heel moeilijk om internationaal talent naar België te krijgen. Een andere belangrijke uitdaging is dat de creatieve kwaliteit van het onderwijs erop achteruitgaat. Design is zo’n breed vakgebied geworden, dat veel scholen ervoor kiezen van alles een beetje te onderwijzen. Met als gevolg dat er minder tijd overblijft voor het aanleren van de basiscompetenties die je nodig hebt om een goede ontwerper te worden. Dat heeft ook een impact op ons bedrijf, want wij werven het liefst schoolverlaters aan. Het is makkelijker als ze van in het begin in ons systeem meedraaien. Voor mensen die uit andere bureaus komen, is het soms wel aanpassen.”