Véronique Leysen is de oprichter en designer van het Belgische merk Maurice Knitwear. De voormalige actrice heeft intussen haar speelse imago ingewisseld voor dat van een succesvolle onderneemster. Véronique maakt deel uit van het co.Creation-concept van ZEB, waar jonge designers de kans krijgen om te groeien en een bredere doelgroep te bereiken. Samen met Nightingale organiseerde ZEB vorige week de Co.creation Safari Tour, een groots event waar je ook als bezoeker de kans kreeg om je eigen unieke T-shirt te ontwerpen. Wij wilden graag meer weten over hoe Véronique verschillende zaken aanpakt als jonge ondernemer.  

Maurice Knitwear combineert Belgisch design met traditioneel Italiaans vakmanschap.

Ben je moeilijkheden of uitdagingen tegengekomen tijdens de opstart van Maurice?

Zeker en vast. Dat is echt met vallen en opstaan gegaan. Vooral het financiële luik, dat was niet evident. Je moet een jaar of twee jaar op voorhand investeren en pas na twee jaar heb je je geld terug. Omdat Maurice zo’n grote investering was, heb ik dat ook heel voorzichtig gedaan. Maar na drie jaar was Maurice helaas nog niet winstgevend. Nu de samenwerking met de Belgische modeketen ZEB er is, kunnen we in een grotere oplage produceren. Dat is echt een geschenk uit de hemel (lacht).

Ik stelde me hierbij wel de vraag: wat maakt Maurice authentiek? Zijn het de grannies, die de stukken breien, of gaat het meer om het ontwerp? Voor de ZEB-collectie focussen we ons echt op het ontwerp, al blijven de grannies wel bestaan. Gewoon omdat het anders te moeilijk is. De modesector is bikkelhard. Ik heb nu twee koffiebars en dat is even hard werken, maar je krijgt wel onmiddellijk je geld, wat het toch makkelijker maakt om te investeren.

Je hebt er dus voor gekozen om naast de handmade-lijn ook samen te werken met ZEB. Is het een bewuste keuze om beide te blijven behouden?

De grannies zijn het verhaal van Maurice. Door met ZEB in zee te gaan hebben we het granny-verhaal enkel nog versterkt en vergroot. Elke donderdag zitten de grannies in de koffiebar. We hebben dat heel toonbaar gemaakt door een granny-cappuccino en een granny-boterham te lanceren. De grannies staan daar echt in de spotlight. Iedereen kan daar nu een trui komen bestellen en dan maken zij samen met mij een ontwerp voor die persoon. Maar het is niet zo dat we echt nog zoiets als een klassieke collectie gaan maken. De aanpak zal heel persoonlijk worden. De grannies zijn dus enkel maar sterker geworden door met ZEB in zee te gaan. 

Véronique in het atelier in Italië waar de collecties van ZEB worden geproduceerd.

Maart is onze marketingmaand. Heb je enkele do’s en don’ts voor designers?

Zonder twijfel social media. Als je niet actief bent op social media sta je nergens. Je moet een pagina hebben en wat je post moet door iemand jong gebeuren. Mensen boven 45 jaar snappen meestal niet wat ze moeten posten en posten ook vooral heel rare dingen. Laat het beheren door iemand jong. Ik merk dat social media de toekomst zijn. Steeds meer mensen shoppen ook via Instagram en Facebook en minder via klassieke manieren. Mijn webshop is het allerbelangrijkste en ook het kanaal dat daar naartoe leidt, namelijk Instagram. 

Hoe pak je je personal branding aan? Heb je daarvoor een strategie?

Personal branding is vooral het verhaal rond mijn opa, Maurice. Dat gaat van de koffie naar de knitwear, naar de grannies. Dat wordt nu ook uitgebreid naar ZEB. Hoewel je je van op een afstand zou afvragen: waar is de link? Toch is het één verhaal. Dat is gewoon storytelling. Daarbuiten doe ik aan personal branding via social media. Als je een packshot van een trui post, is niemand geïnteresseerd in enkel die trui. Het is wanneer jij die trui draagt dat het interessant wordt voor de buitenwereld. Het is belangrijk dat je het iets persoonlijker maakt. 

Waarom heb je gekozen voor de combinatie van kledingwinkel en koffiebar?

Dat is eigenlijk heel eenvoudig ontstaan. Ik ben begonnen met het breiwerk van Maurice. Terwijl ik aan het breien was, dronk ik liters koffie. Dan bedacht ik wat ik daarmee zou kunnen doen: een koffiebar met wol. Vervolgens dacht ik aan een ‘breicafé’. Maar dat leek mij iets te alternatief. Dus trok ik het open naar een koffiebar waar je ook kan breien, om nadien te evolueren naar een koffiebar waar ook knitwear verkocht wordt. Ik wilde dus geen café waar breien centraal stond, dat leek me iets te eng. In Maurice is er nu een goede mix van bommaatjes, business-mensen en jonge hipsters die net zijn gaan shoppen op de Meir. 

Heb je tenslotte nog enkele tips voor startende ondernemers in de creatieve sector?

Wees creatief! (lacht) Met weinig budget kan je soms wonderen verrichten. Je moet ook creatief zijn met hoe je promotie voert. Ik heb bijvoorbeeld ooit de Groenplaats met krijt volgeklad door pijlen te tekenen in de richting van Maurice. Alles wat net wél mag, dat moet je doen. Ik heb ook ooit eens een 'wildbrei'-actie gedaan. Zo hebben we Gent en Antwerpen ‘ingebreid’ samen met allemaal omaatjes. Samenwerken met grote merken is ook altijd een succes. Het leuke is, zij hebben jou nodig, en jij hebt hen nodig. ZEB werkt graag met jonge designers om het merk fris te houden en wij hebben hen nodig omdat we anders nooit zo’n afzetmarkt kunnen bereiken. Enkel met mijn grannies werken lukte niet, het is dus belangrijk dat je openstaat voor nieuwe dingen.

De kattenogen van Brigitte Bardot vormen de rode draad doorheen de collectie.

Heb je een vraag, een probleem of zoek je een kritisch klankbord voor jouw plannen?