Helder Seabra is een danser en choreograaf uit Portugal en één van de sleutelfiguren in veel voorstellingen van Wim Vandekeybus en Sidi Larbi Cherkaoui. Omdat de behoefte om zelf te creëren zodanig groot werd, richtte hij zijn eigen dansgezelschap Helka vzw op. Helder runt het samen met zijn vrouw Karen Feys.

Helder Seabra

Helder Seabra

Vanwaar de behoefte om dansproducties te maken onder je eigen naam?

Helder: Bij Vandekeybus werkte ik fulltime in loondienst. Bij Cherkaoui startte ik als freelancer, maar ook daar was ik al snel fulltime aan de slag. De drang om mijn eigen stem vorm te geven en mezelf artistiek, fysiek en theatraal te ontplooien, werd steeds groter. Bovendien wilde ik de aandacht verschuiven van het performen naar het creëren.

Hoe is de taakverdeling bij Helka? Wie van jullie doet wat?

Helder: Karen heeft een neus voor zaken. Ze werkt ook nog steeds voor Cherkaoui, waar we elkaar leerden kennen. En ze runt BeMove, een management en sales agency voor artiesten. Ze weet zeer goed hoe de sector in elkaar steekt en die kennis komt goed van pas bij Helka.

Karen: Helder is het creatieve brein en het gezicht van de vzw.

Helder: Omdat Karen zich toelegt op het zakelijke, kan ik me toeleggen op de artistieke visie.

De vzw werd opgericht in 2013. Wat was tot hiertoe de grootste uitdaging?

Helder: Het financiële luik. Het is zeer moeilijk om als jong gezelschap voor de eerste keer subsidies los te krijgen, maar we wilden het wel proberen. Ondanks het positieve advies van de selectiecommissie, hadden we samen met 79 anderen, geen recht op financiële steun. Financieel en logistiek was dat een nachtmerrie, want ik had een productie met vijftien spelers voorbereid.

Karen: Ik stelde voor om een kleinere productie in elkaar te steken en geld bij elkaar te zoeken via crowdfunding. Doordat ik vaak in Amerika werk, ben ik vertrouwd met dit systeem. In België staan we jammer genoeg nog niet zover: iedereen weet wel wat crowdfunding is, en de overheid steunt het principe, maar het belastingsysteem is er nog niet op afgestemd. Ondertussen hebben we wel subsidies ontvangen en daar zijn we ontzettend dankbaar voor.

Wordt er bij de gezelschappen veel gepraat over de subsidiestroom of het ontbreken ervan?

Karen: Er is onderling veel spanning en dat is wel jammer, want subsidies voor de ene, betekent een verlies voor de andere.

Helder: Het zijn vaak de grote gezelschappen en de bekende namen wiens werking via structurele subsidies wordt verzekerd. Als kleine speler moet je het hebben van kleine huizen die hun nek willen uitsteken als coproducent. Gelukkig heb ik CC Berchem, De Warande in Turnhout, CC Het Gasthuis in Aarschot en De Spil in Roeselare die in mij geloven en op lange termijn in mij willen investeren.

Karen: Wanneer een huis optreedt als coproducent, krijgen we de repetitieruimte gratis, maar moeten we er wel samen voor zorgen dat de show wordt uitverkocht. Bij het maken van een nieuwe voorstelling moeten we dus niet alleen focussen op de financiële middelen, maar ook op het aanboren van een nieuw publiek. En daar zetten we bij Helka hard op in.

België telt toch heel wat dansliefhebbers? Is het niet de taak van een huis om hen te engageren om naar een voorstelling te komen kijken?

Karen: Het is inderdaad hun taak om publiek op te trommelen, maar ze hebben vaak honderd voorstellingen per jaar. Voor hen is het onmogelijk om elke dansschool af te schuimen. Elk gezelschap wordt verwacht actief aan zelfpromotie te doen.

Helder: Wij bieden dansworkshops aan. In ruil voor deze inspanning, kan het huis bijvoorbeeld gratis tickets voor de deelnemers regelen. Dansers die betalen voor een workshop, krijgen er dus een gratis toegangsticket bovenop. Op hun beurt engageren zij hun vrienden en familie, en boren ze een nieuw publiek aan dat wel de volle pot betaalt. We werken ook vaak samen met muzikanten, en op die manier trekken we ook muziekliefhebbers aan. Daarnaast organiseren we ook lezingen en nabeschouwingen. Het is niet voldoende om een goede dansvoorstelling te maken. Alles valt of staat met het publiek dat je warm kan maken om te komen kijken, want als initiatiefnemer word je daar uiteindelijk op afgerekend. Een danser wil uiteraard liefst voor een volle zaal performen.


Dit interview werd afgenomen naar aanleiding van Antwerp.Works, het festival rond creatief ondernemen dat plaatsvond eind september 2016. Foto's © Bart Kiggen