Een jurk van schimmels of een jas van algen? Steeds meer ontwerpers raken geïnteresseerd in micro-organismen vanwege hun schoonheid, hun kleuren- en vormenpracht en hun enorme potentieel. De Nederlandse textielonderzoekster Aniela Hoitink van ontwerpstudio Neffa experimenteert in het laboratorium met mycelium, algen en andere levende organismen. 

Aniela Hoitink, studio Neffa

Aniela Hoitink, studio Neffa

Hoe kunnen we technologie integreren in textiel om het dagelijkse leven beter en makkelijker te maken? Zou je, bijvoorbeeld, aan een theedoek kunnen aflezen of hij vuil is? Het zijn dit soort vraagstukken die textielontwerper Aniela Hoitink prikkelen. “We weten allemaal dat een theedoek snel bacteriën bevat en regelmatig moet worden gewassen”, zegt ze. “Maar er zit geen vuilindicator op, die je waarschuwt als hij in de wasmachine moet. Zo ontstond het idee voor de Listeria Towel. Deze theedoek laat een bacterieprint zien als hij nat is en zodra de bacteriën zijn verdwenen, is de doek droog en weer klaar voor gebruik.” De katoenen theedoek is geweven in het TextielLab van het TextielMuseum in Tilburg. Met het ontwerp hoopt Hoitink meer bewustzijn te creëren om je gebruikte theedoek regelmatig te vervangen door een schone.

Listeria Towel, studio Neffa

Listeria Towel, studio Neffa

Gefascineerd door microbiologie

Technologie en microbiologie hebben Aniela Hoitink altijd enorm gefascineerd. En hoewel ze als ontwerper jarenlang gewerkt heeft voor zowel kleine labels als grote modemerken, ontwikkelt ze nu textielconcepten met een experimenteel karakter en doet ze onderzoek naar de integratie van technologie in textiel. In 2014 kwam ze via een open call in aanraking met mycelium. De Universiteit Utrecht, Officina Corpuscoli en Stichting Mediamatic nodigden een internationale groep kunstenaars en ontwerpers uit om deel te nemen aan het NWO-project Mycelium Design, onder de naam Myco Design Lab. Een uitgelezen kans om met dit veelbelovende materiaal aan de slag te gaan.

Experimenten in het laboratorium

Mycelium is het netwerk van alle draden van een schimmel, ook wel de wortel van de paddenstoel. Het materiaal heeft een groot potentieel om gebruikt te worden in de mode- en designwereld. “De isolerende en vochtabsorberende eigenschappen zijn zeer goed, in tegenstelling tot veel textielsoorten”, vertelt Hoitink. “Maar wanneer je mycelium laat groeien en vervolgens laat drogen, wordt het hard en bros. Dat maakt het lastig om het te verwerken tot een textiel eindproduct. Daarom heb ik diverse experimenten gedaan om de flexibiliteit van textiel te combineren met de eigenschappen van mycelium. Dat leverde helaas niet het gewenste resultaat op en zo ben ik aan de slag gegaan met pure mycelium. Na vele testen heb ik een methode ontwikkeld, waarmee de flexibiliteit van het materiaal behouden blijft, nadat het gedroogd is. Al moet die methode nog verder ontwikkeld worden.”

Geen naaimachine nodig

Nog een problematische eigenschap van mycelium is dat het aan alles vastplakt. Voor haar project MycoTEX maakte Hoitink van een nood een deugd. Ze laat mycelium groeien in petrischaaltjes en mouleert de ronde lapjes vervolgens om een mal, in de vorm van een jurk. Na het drogen blijven de lapjes aan elkaar plakken en vormen ze het kledingstuk, dat dan een perfecte pasvorm heeft. Er komt geen naaimachine aan te pas. “Een groot voordeel is de reductie van het waterverbruik”, zegt Hoitink. “Voor de productie van één katoenen T-shirt bijvoorbeeld, is 2.500 liter water nodig en kostbare landbouwgrond, waarvoor je afhankelijk bent van de seizoenen.” Haar equivalent met mycelium verbruikt slechts twaalf liter water. Mycelium kan je bovendien het hele jaar laten groeien in een laboratorium. In de toekomst zal dat niet in petrischaaltjes gebeuren, maar in grote fermenteermachines. 

Lapjes mycelium, studio Neffa
Jurk op basis van mycelium, studio Neffa

Jurk op basis van mycelium, studio Neffa

Verantwoorde wegwerpmode

Interessant is dat mycelium in de farmaceutische industrie een afvalproduct is. Idealiter maken ontwerpers straks gebruik van dat restmateriaal om nieuwe producten te vervaardigen. Hoitink: “Het idee voor MycoTEX is deels ontstaan vanuit mijn onvrede met de recyclingindustrie. Die vraagt van mensen namelijk om hun gedrag te veranderen. Nu is recyclen in Nederland en België vrij gangbaar, maar in veel andere landen is dat niet het geval. Ruim zeven miljard mensen aanzetten tot gedragsverandering, is een vrijwel onmogelijke opgave. Daarvoor is er te weinig draagvlak. Liever ga ik uit van hoe de mens van nature in elkaar zit. Kleding is een wegwerpartikel geworden. Maar laten we dan wel góéde wegwerpmode maken!” Het is algemeen geweten dat de mode-industrie tijdens de verschillende productiefasen veel afval oplevert. Voor haar schimmeljurk laat Hoitink enkel de benodigde hoeveelheid mycelium groeien. In het ideale geval begraaf je het na gebruik in de grond, waardoor het weer een voedingsbodem is voor planten.

Het lab van studio Neffa

Samples MycoTEX

Algen als natuurlijk pigment

De jurk is in zijn huidige vorm nog te kwetsbaar om te dragen, maar Aniela Hoitink wil onderzoeken hoe het materiaal sterker kan worden gemaakt. Daarnaast is ze gestart met een reeks proeven om myceliumtextiel te verven met natuurlijke pigmenten, zoals henna en indigo. Ook algen worden gezien als een veelbelovend alternatief voor chemische verfstoffen. Veel mensen vragen zich af of een jurk van schimmels gewassen kan worden. Maar het is maar de vraag of dat nodig is, want het materiaal heeft van nature antimicrobacteriële eigenschappen. “Daarbij houd ik ook in mijn achterhoofd dat het kledingstuk wellicht slechts enkele jaren gebruikt zal worden. Veel modeartikelen worden gemaakt om veertig jaar mee te gaan. Dat sluit niet aan bij de realiteit van vandaag, waarbij kledingstukken vaak maar enkele seizoenen gedragen worden.” Voor de gemiddelde consument blijft een jurk gemaakt van schimmels toch een beetje een vies idee. Maar, stelt Hoitink, veel mensen hebben er ook geen flauw idee van dat polyester van petroleum wordt gemaakt. Esthetiek is volgens haar dé sleutel tot acceptatie. 

Algen, studio Neffa

Algen, studio Neffa

Stof tot nadenken

Vorig jaar werd het project Mycelium Design afgesloten met de expositie Fungal Futures in het Universiteitsmuseum van Utrecht. Naast het werk van Aniela Hoitink waren er nog meer projecten te zien. Zo past Kristel Peters mycelium toe bij het maken van schoenen, creëert Caroline de Roy transparante kunstobjecten en ontwierp Studio Eric Klarenbeek een ge-3D-printe kruk van paddenstoelen. De focus van ontwerpers ligt momenteel heel sterk op het ontwikkelen van biomaterialen. Maar in de toekomst dragen we misschien wel kledingstukken die om ons heen groeien. “Bijvoorbeeld een luchtige zomerjas die in de winter aangroeit, als de pels van een dier’, fantaseert Hoitink. ‘In de cosmetica-industrie wordt polysacharide uit mycelium gehaald om dagcrèmes te maken. Wellicht kunnen we een kledingstuk van mycelium ontwikkelen, dat op de huid wordt gedragen en zo het gebruik van bodylotion overbodig maakt.” Die ideeën zijn nu nog sciencefiction, maar ze geven stof tot nadenken. “Voorlopig zie ik mycelium niet als een vervanging van reguliere stoffen, maar als een toevoeging aan het textielpalet.”

Wil je de nieuwste ontwikkelingen volgen maar ook je eigen vondsten en ideeën delen?

Word lid van onze Facebookgroep FashionTech works en gebruik #fashiontechworks.