Culturele instellingen moeten meer op eigen benen staan, maar hoe? Bart Van der Roost, CEO van Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen, geeft een voorzet. Hij zet in op innovaties en heeft oog voor de relatie met het publiek, bestaand en nieuw. Hij verzoent cultuur met ondernemerschap, zonder businesslogica als vertrekpunt. Cultuurtempels hoeven immers geen winstbejag na te streven, wel nieuwe horizonten te verkennen.

Bart Van der Roost

Bart Van der Roost © Filip Van Roe

Als Vlerick-alumnus combineert Bart zakelijk instinct met een brede blik: “Het is onze plicht financieel gezond te zijn en artistiek te floreren. We creëren producten van wereldklasse. Artistieke ‘producten’ die wezenlijk verschillen van commerciële. Het is een beleidskeuze om opera en ballet toegankelijk te maken voor een ruim publiek. Het duidt de relevantie. Ik beschouw subsidies niet als vanzelfsprekend, maar vind het wel een juiste keuze. Ze zijn ook een hefboom om zelf te ondernemen.” De kruising tussen kunst en ondernemerschap fascineert Bart, zoals de kunsten een uitlaatklep van de expressie vertegenwoordigen, doet ondernemerschap dat met de ratio.

Return on investment, on society en on art

“Ik zie een analogie tussen cultuur- en technologiesubsidies. Een universiteit heeft een basisopdracht, namelijk lesgeven en als tweede kerntaak onderzoek en ontwikkeling. Daaruit groeien spin-offs. Ook wij zijn een groot schip met een missie: het produceren van hoogstaand cultureel erfgoed.

Een succesproductie die internationaal een eigen leven leidt, kan je een spin-off noemen.

Net zoals het lanceren van iemands carrière. Ik meen dat dit onze rol is: talent kansen geven.” Er is trouwens niet enkel een return on investment, maar ook een return on society en een return on art. Het is er dus, het terugverdieneffect, denk aan ticketinkomsten, inkomsten van huurproducties, werkgelegenheid, indirecte belastingen, horeca, als element in citymarketing ook. “Ik hoop dat de overheden consequent en consistent blijven in hun subsidiëring. En dat men ons laat bewegen op het pad van creatief ondernemerschap. Er is immers zowel een financieel, sociaal als cultureel rendement.”

De Speler, Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen

De Speler, Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen

“Cultureel ondernemerschap heeft altijd bestaan. Het beeld van de artiest met de haren in de wind op een zolderkamer strookte volgens mij nooit met de realiteit. Kijk naar Rubens: dat was een zakenman met 90 mensen in dienst en een output van duizenden schilderijen.

Een kunstenaar, in welke vorm dan ook, is eigenlijk een soort van bvba of nv.

En de drang om impact te hebben, geldt net zozeer voor een ondernemer als een kunstenaar. Het concept van cultuursubsidies daarentegen is wel relatief nieuw. Vroeger had je een mecenas en werd je per opdracht betaald. Het idee van cultuurinstellingen, waar men een loon krijgt, is ook typisch West-Europees en 20ste-eeuws.”

Cultuur als tool voor stadsontwikkeling

Financiële gezondheid is een pijler van cultureel ondernemerschap. Publieke middelen garanderen een humuslaag, waarop we bouwen. Aan de kernopdracht van dit huis hoef ik niet te raken. Artistiek is het top. Mijn opdracht is gelinkt aan het professionele kader, ontwikkeling, inkomstenstroom en nieuwe opportuniteiten. Mijn taak is van dit huis een vrijplaats creëren, een veilige haven voor artiesten die gevoelige kunst maken: wat we brengen is het uitvoeren, bewaren en valoriseren waard.

Ik zie cultuur als iets belangrijks an sich én als een tool voor stadsontwikkeling.

Het is een bepalende factor voor de leefbaarheid van een stad. De zogenaamde ‘Nomad List’, die de meest leefbare steden voor digital nomads selecteert, neemt onder meer de toegankelijkheid en rijkdom van cultuur op als criterium. Voor de jonge generatie reizigers en mobiele werkers is het een belangrijk element. Men zoekt naar plaatjes die helemaal kloppen.”

Orkest Opera Ballet Vlaanderen

Orkest Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen © Filip Van Roe

“Ik ben voorstander van een studie over de rentabiliteit van cultuursubsidies, zoals deze recent in Groot-Brittannië gebeurde. Ik ben ervan overtuigd dat de Vlaamse kunstencentra goed zullen scoren.

De argumentatie voor meer subsidies is heel eenvoudig te maken op basis van economische indicatoren.

Subsidies vloeien bovendien ook grotendeels terug naar de maatschappij. Noem het waardecreatie waarbij de voordelen verder reiken dan onze zaal. Recent werd de Belg bevraagd over het geschatte percentage van de belastingbesteding. Men dacht dat er 4,7% naar cultuur ging, maar in realiteit is het 2,1%. Er is dus absoluut nog ruimte voor subsidiegroei."

Alternatieve financieringsvormen

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Bart streeft naar nieuwe zakenmodellen. Cultuur kost geld, maar heeft ook een waarde, een maatschappelijke én economische waarde. "De politieke keuze om cultuur breed toegankelijk te maken, kan ik enkel toejuichen. The Royal Opera House in Londen werkt met 80% eigen middelen zoals legaten, tickets en sponsoring en slechts 20% overheidsgeld. Bij ons is het omgekeerd. Maar je kan wel ten allen tijde voor 13 euro een voorstelling meepikken, terwijl dat in Londen het tienvoud is.

Een voorstelling van Pina Bausch in deSingel voor 20 euro, dat is du jamais vu in het buitenland.

Vandaag zetten we in op alternatieve financieringsvormen. Denk aan sponsoring, donaties, legaten en partnerships. De cultuursector krijgt de vrijheid om deze aanvullende inkomsten te zoeken. De Tax Shelter ervaar ik als een incentive en aanmoediging om de markt te verkennen.”

Pelléas et Mélisande, Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen

Pelléas et Mélisande, Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen © Rahi Rezvani

“Naar mijn mening zijn fiscale stimuli als de tax shelter wel op maat geschreven van instellingen zoals de onze, de groteren. Want het vergt ook een investering. Je verkoopt eigenlijk een financieel product en je moet dat goed onderbouwen. Het is wel een belangrijke wissel voor de toekomst. Substantieel groeien zullen we niet enkel doen via ticketverkoop. Onze zalen zitten immers al goed vol. We gaan ook niet veel meer dan 130 voorstellingen per jaar kunnen doen.

De groei moet komen van andere bronnen.

Bijvoorbeeld het zelf uitbaten van een cafetaria, sponsors zoeken, business seats, legaten. Bedrijfsevents zie ik als een noodzakelijke en aanvullende keuze.”

Infrastructuur

“Innovatie is er ook binnen de organisatie. Het samenvoegen van ballet en opera binnen één structuur was geen vanzelfsprekende, maar wel een geslaagde operatie. Er zijn heel wat logische redenen om te zeggen dat de fusie een goed idee was en is en ik sta daarachter.

Innoveren moeten we ook met onze infrastructuur.

We werken in twee prachtige schouwburgen in Gent en Antwerpen, maar wel een 19de-eeuwse infrastructuur. De cultuurconsument van vandaag heeft andere verwachtingen en wil een locatie die ook overdag open is, waar hij kan lunchen of een cocktail drinken. Dit huis is er uitermate ongeschikt voor. We zijn verplicht om de mensen tot 19u buiten te laten staan, want we hebben geen kwalitatieve ontvangstruimtes. We verkopen u een ticket, duwen u de zaal in, geven u een prachtige voorstelling en vragen vervolgens om zo snel mogelijk weer te vertrekken. Dat is heel frustrerend en gaat volledig in tegen de zorg die we aan onze klanten willen geven en de ondernemerslogica.”

Pelléas et Mélisande, Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen

Pelléas et Mélisande, Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen © Rahi Rezvani

Pelléas et Mélisande, Opera Ballet Vlaanderen

De meeste van de beste dingen in het leven kunnen niet worden gemeten of kunnen zelfs niet echt worden vergeleken. "Rationeel zou je zeggen: gooi de oude opera plat en zet er een nieuwe zaal op, maar dan kom je bij de duidelijke en unieke opdracht die we hebben.

Wij hebben een verantwoordelijkheid: die bonbonnière, die prachtige zaal met die prachtige klank, we moeten die bewaren.

Frustreert dat soms? Ja, maar er is meer in het leven dan kan worden gemeten in geldrendementen.” Ook dat is culturele investering natuurlijk, een ervaring niet reduceren tot één of ander kwantificeerbaar resultaat op korte termijn.

Innovatie op en naast het podium

“Met onze succesproducties trekken we de grenzen over. Ook dat is ondernemen, het vergroten van ons buitenlands potentieel, internationale verwondering creëren met onze voorstellingen. Zo’n productie kan gemakkelijk tien tot vijftien jaar doorleven. Van een added value gesproken. Maar ondernemerslogica is nooit het vertrekpunt.

We nemen zoveel mogelijk artistieke risico’s.

Onze Pelléas et Mélisande is een opera die we de wellicht in vijf jaar niet meer terugzien. Overal wordt deze gevraagd. Dit lukt alleen dankzij innovatie op het podium, innovatie die onrechtstreeks gedragen wordt door publieke middelen. 400 jaar opera bekijken wij door een moderne bril. Universele thema’s als liefde, verraad en bedrog maken we relevant voor een hedendaags publiek. Hoe kan je er als kunstenaar zowel lagen afpellen als aan toevoegen? Dat is wat wij doen en wij doen dat goed. We doen mee met de grote jongens in Parijs en Londen.”

Opera Antwerpen

Opera Antwerpen © Melanie Kirchner

“We kunnen nog extra stappen zetten. Het streamen van voorstellingen bijvoorbeeld. Het levert misschien niet onmiddellijk iets op, maar het zorgt wel voor een dynamiek. Onze zalen zitten reeds vol, met een bezettingsgraad van gemiddeld boven de 90 %. Veel jongeren trouwens. Ik voel iets voor het concept. Als ik een bepaalde voorstelling van de Metropolitan Opera wil zien, hoef ik niet naar New York te vliegen. Dan durf ik zo’n voorstelling in de cinema te bekijken. Het is een aanvullend iets.

Streaming is eerder een marketinggegeven dan een revenu.

We moeten bedenken hoe we onze kunstvormen op andere manieren kunnen verspreiden. Misschien moeten we eens vaker buitenshuis gaan. Als contentproducers onze kanalen kiezen: onze mooie zalen, maar ook cinema, Youtube, zomerlocaties,… maar de kern van wat we doen, gaan we niet veranderen.” Kunst en cultuur mogen niet de slaaf van een model worden, want dan dooft de inspiratie en verbeelding uit. Einstein zei ooit: “I never come upon any of my discoveries through the process of rational thinking.” En ja, zo is het toch ook met kunst en cultuur?